Complete ondersteuning bij verzuim.

Verzuimbegeleiding

‘Ziek’melden wordt Verzuimmelding

Verzuimen heeft niet altijd met ziekte te maken. ‘Ziek’melden is een eenzijdige mededeling van de medewerker: ‘ik ben ziek, ik kom niet werken, maar wil wel doorbetaald worden’.

‘Ziek’melden bij de leidinggevende heeft geen zin, want er kan en mag niet beoordeeld worden of iemand ziek is, alleen een (bedrijfs)arts kan dat. Bovendien heeft het meeste verzuim géén medische oorzaak. Voor de werkgever is het van belang dat iemand verzuimt van het werk.

De verzuimmelding

De medewerker geeft met een verzuimmelding aan dat hij/zij het werk niet kan verrichten, en vraagt daarbij verzuimverlof aan. Het is aan de leidinggevende om het verzuimverlof, en de doorbetaling van het loon, toe te kennen. Als er sprake is van (gedeeltelijk) arbeidsongeschiktheid kan er in veel gevallen nog passend werk worden gedaan.

Bij een verzuimmelding wordt aan de medewerker informatie over het verzuim gevraagd, zoals verzuimreden (werk, medisch, privé), eventueel achterliggend probleem, conflict of ongeval, verzuimduur, wat kan de medewerker nog wel, in te zetten acties, etc. Dit is van belang om zo snel mogelijk de juiste acties te kunnen inzetten.

Een gestructureerde verzuimaanpak

Met de informatie uit de verzuimmelding kunnen de eerste stappen worden gezet richting de werkhervatting. Tijdig worden de juiste acties ingezet om het verzuim te verminderen, en ook bij eventueel frequent verzuim heeft de Verzuimadviseur een doordachte aanpak.

Ook zonder de bedrijfsarts…!?

Belangrijk is om niet te wachten met re-integreren op het advies van de bedrijfsarts. Dat is niet nodig. Actief zijn, en contact met collega’s, is voor een medewerker beter voor het herstel dan thuiszitten.
In de contacten met de medewerker kan er al besproken worden om de werkzaamheden gedeeltelijk of aangepast te hervatten. Al is het maar voor een paar uur per week.

Periodiek wordt aan de bedrijfsarts om advies gevraagd over de opbouw van werkzaamheden en uren.
Op deze manier zal een werkhervatting eerder (duurzaam) resultaat opleveren.

De leidinggevende bij verzuim

De leidinggevende is bij verzuim de belangrijkste schakel. Hij/zij kent immers de medewerker, zijn werk en de werksituatie. Samen met de medewerker is de leidinggevende verantwoordelijk voor het verzuim. Het succes van de verzuimbegeleiding staat of valt met de wijze waarop met de bedrijfsarts en medewerker wordt gecommuniceerd. Het is geen eenvoudige zaak om verzuim op een positieve en constructieve wijze te bespreken.

De verzuimgesprekken

Een gesprek moet niet gaan over de beperkingen, maar wat iemand nog wél kan. Van leidinggevenden wordt verwacht dat zij beschikken over vaardigheden om verschillende typen gesprekken te kunnen voeren: verzuimmelding, werkhervattingsgesprek en evaluatiegesprek, frequent verzuimgesprek en het terugkeergesprek. In de trainingen & instructie voor leidinggevenden wordt hier aandacht aan gegeven.

Training & instructie leidinggevenden

Hierin wordt aan leidinggevenden voorlichting en instructie gegeven hoe zij, vanaf de verzuimmelding, beter en op een goede manier met het verzuim kunnen omgaan. Met name om ook het kortdurende en het frequente verzuim te verminderen.

De Verzuimadviseur

De Verzuimadviseur voert samen met de leidinggevende de verzuimbegeleiding uit, is het vaste aanspreekpunt en heeft de regie over het hele verzuimproces. De-medicaliseren is daarbij belangrijk. Door snel signaleren, actie ondernemen, adviseren en heldere afspraken maken, begeleidt hij het verzuimproces.

Geen vage adviezen, maar concrete en duidelijke afspraken waar u als werkgever wat mee kan. Ook kan de Verzuimadviseur zorgen voor een juiste vraagstelling richting de bedrijfsarts, en vertaalt hij de adviezen van de bedrijfsarts in begrijpelijke taal en acties. Dit vereist een specifieke kennis en vaardigheden, een grote mate van creativiteit en resultaatgericht handelen.

De bedrijfsarts

De bedrijfsarts kan in een vroeg stadium vaststellen of een medewerker terecht verzuimt vanwege ziekte, en wat de beperkingen zijn. Dan is er vaak nog van alles aan te doen. De bedrijfsarts geeft bij ziekte en beperkingen aan wat de werknemer nog verantwoord kan doen.
De mogelijkheden en haalbaarheid om (gedeeltelijk) werkzaam te zijn in het eigen werk of in ander werk, worden besproken. Daaruit volgt een concreet advies aan de werkgever. De Verzuimadviseur kan BIG geregistreerde bedrijfsartsen inzetten.

De arbeidsdeskundige

De arbeidsdeskundige onderzoekt en bepaalt welke werkzaamheden nog mogelijk zijn, en welke re-integratiemogelijkheden er zijn. Binnen of buiten het bedrijf. Werkgevers beseffen vaak niet dat een vroegtijdige inzet van een arbeidsdeskundige de verzuimduur sterk kan verkorten. Meestal wordt er een arbeidsdeskundig onderzoek ingezet voordat het eerst jaar verzuim om is. Dan noemen we dat de eerstejaars-evaluatie.

Vroegtijdige inzet arbeidsdeskundige kan van belang zijn

Als echter na enkele maanden of halfjaar al duidelijk is dat er in het eigen bedrijf weinig of geen mogelijkheden zijn voor een medewerker om te re-integreren, kan de arbeidsdeskundige eerder worden ingezet om alle re-integratiemogelijkheden te onderzoeken. Daar kunnen soms nieuwe mogelijkheden uit komen, of kan er met een 2e spoortraject eerder gekeken worden naar mogelijkheden buiten het bedrijf. Daarmee duurt het verzuim niet langer dan nodig.

Re-integratie 2e spoor

Een 2e spoortraject is voor werkgevers een uitstekend instrument om op een goede manier een medewerker te begeleiden en te bemiddelen naar ander passend werk bij een andere werkgever, als dat binnen het eigen bedrijf (1e spoor) niet voldoende lukt. Er wordt dan met name gekeken naar de mogelijkheden van de medewerker op de arbeidsmarkt. Daarbij letten we vooral op wat iemand wél goed kan, zijn kwaliteiten, sterke kanten en kansen op de arbeidsmarkt.
Kijk voor meer informatie hierover op: www.varea-reintegratie.nl.